๐Ÿ‡ 5 veelgemaakte fouten in de training (en hoe je ze voorkomt)

Gepubliceerd op 23 mei 2025 om 11:15

Of je nu dressuur rijdt, buitenritten maakt of net begint met grondwerk: fouten in de training van je paard zijn snel gemaakt. Vaak onbewust, en meestal goed bedoeld. Maar kleine fouten kunnen leiden tot frustratie, blessures of een gebrek aan vooruitgang. In deze blog bespreek ik 5 veelvoorkomende fouten die ik vaak zie — én hoe jij ze kunt vermijden.

1. โŒ Geen duidelijk trainingsdoel

“Even wat rijden” klinkt onschuldig, maar zonder doel dwalen jij en je paard vaak doelloos rond. Het risico? Slechte gewoontes inslijpen, frustratie of fysieke overbelasting.

๐Ÿ‘‰ Wat te doen:

  • Stel per sessie één concreet doel (bijv. “overgangen verbeteren” of “rechterbuiging oefenen”).

  • Houd een trainingsdagboek bij — zo zie je je progressie (of stagnatie).

  • Evalueer: was het doel realistisch? Wat ging goed, wat kan beter?


2. โŒ Te lange (of te korte) trainingssessies

Een paard kan zich niet eindeloos concentreren. Te lang trainen leidt tot irritatie of vermoeidheid. Te kort (zonder opbouw) zorgt voor weinig leereffect.

๐Ÿ‘‰ Wat te doen:

  • Train gemiddeld 20–45 minuten (afhankelijk van niveau, leeftijd, fitheid).

  • Start met warming-up (stap en buigwerk), sluit af met ontspanning.

  • Luister naar je paard: wordt hij sloom, boos of gespannen? Neem een pauze.


3. โŒ Geen structuur of afwisseling

Elke dag hetzelfde rondje rijden of telkens dezelfde oefeningen herhalen maakt de training saai én ineffectief. Een paard leert beter met variatie én herhaling op het juiste moment.

๐Ÿ‘‰ Wat te doen:

  • Wissel grondwerk, longeerwerk, dressuur en buitenritten af.

  • Plan een weekstructuur: bijv. maandag longe, dinsdag dressuur, woensdag rust, donderdag buitenrit.

  • Gebruik pionnen, balken, figuren of spelletjes om je sessie speels te houden.


4. โŒ Te veel focus op ‘controleren’ in plaats van ‘samenwerken’

Ruiters (zeker beginners) willen vaak ‘controle’. Maar als je enkel corrigeert en niet luistert, verandert training in dwang. Dat leidt tot verzet, spanning of terugval.

๐Ÿ‘‰ Wat te doen:

  • Zie training als samenwerking. Wat wil je paard zeggen? Neemt hij initiatief?

  • Beloon ontspanning en intentie, niet alleen perfectie.

  • Laat het bit en de teugels geen rem zijn — maar een communicatiemiddel.


5. โŒ Verkeerde timing van hulpen of beloning

Te laat of te vroeg hulpen geven, leidt tot verwarring. Ook beloning moet op het juiste moment komen om gedrag te versterken.

๐Ÿ‘‰ Wat te doen:

  • Geef hulpen op het moment dat je paard kán reageren (bv. bij oprichting vóórdat hij kantelt).

  • Beloon direct als het goed gaat: stem, ontspanning, een pauze of een aai.

  • Oefen je timing desnoods met een instructeur of spiegelvideo.


๐Ÿ“Œ Bonusfout: Zelf gespannen op je paard stappen

Ben je gehaast, moe of gefrustreerd? Je paard voelt dat. Training wordt dan vaak eenzijdig en frustrerend voor jullie beiden.

Tip: Neem 1 minuut voor je opstapt. Adem diep in. Herinner jezelf aan je doel en aan het plezier van samenwerken.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.